28 december


banner

Handelingen 1:6-12
Zij dan die samengekomen waren, vroegen Hem: Heere, zult U in deze tijd voor Israël het Koninkrijk weer herstellen? En Hij zei tegen hen: Het komt u niet toe de tijden of gelegenheden te weten die de Vader in Zijn eigen macht gesteld heeft, maar u zult de kracht van de Heilige Geest ontvangen, Die over u komen zal; en u zult Mijn getuigen zijn, zowel in Jeruzalem als in heel Judea en Samaria en tot aan het uiterste van de aarde. En nadat Hij dit gezegd had, werd Hij opgenomen terwijl zij het zagen, en een wolk onttrok Hem aan hun ogen. En toen zij, terwijl Hij van hen wegging, hun ogen naar de hemel gericht hielden, zie, twee mannen stonden bij hen in witte kleding, die ook zeiden: Galilese mannen, waarom staat u omhoog te kijken naar de hemel? Deze Jezus, Die van u opgenomen is naar de hemel, zal op dezelfde wijze terugkomen als u Hem naar de hemel hebt zien gaan. Toen keerden zij terug naar Jeruzalem, van de berg die de Olijfberg genoemd wordt, die vlak bij Jeruzalem is en daar een sabbatsreis vandaan ligt.

Mattheüs 24

Mattheüs 24:1 En Jezus ging weg en vertrok uit de tempel; en Zijn discipelen kwamen naar Hem toe om Hem op de gebouwen van de tempel te wijzen.
Mattheüs 24:2 Jezus antwoordde en zei tegen hen: Ziet u dit alles? Voorwaar, Ik zeg u: hier zal niet één steen op de andere steen gelaten worden die niet afgebroken zal worden.
Mattheüs 24:3 Toen Hij op de Olijfberg zat, gingen de discipelen naar Hem toe toen zij alleen waren, en zeiden: Zeg ons, wanneer zullen deze dingen gebeuren? En wat is het teken van Uw komst en van de voleinding van de wereld?
Mattheüs 24:4 En Jezus ant­woordde en zei tegen hen: Pas op dat niemand u misleidt.
Mattheüs 24:5 Want velen zullen komen on­der Mijn Naam en zeggen: Ik ben de Christus; en zij zullen velen misleiden.
Mattheüs 24:6 U zult horen van oorlogen en geruchten van oorlogen; pas op, word niet verschrikt, want al die dingen moeten gebeuren, maar het is nog niet het einde.
Mattheüs 24:7 Want het ene volk zal tegen het andere volk opstaan, en het ene koninkrijk tegen het andere koninkrijk; en er zullen hongersnoden zijn en besmettelijke ziekten en aardbevingen in verscheidene plaatsen.
Mattheüs 24:8 Maar al die din­gen zijn nog maar een begin van de weeën.
Mattheüs 24:9 Dan zullen zij u overleveren aan verdrukking en u doden, en u zult door alle volken gehaat worden omwille van Mijn Naam.
Mattheüs 24:10 En dan zullen er velen struikelen en zij zullen elkaar overleveren en elkaar haten.
Mattheüs 24:11 En er zullen veel valse profeten opstaan en die zullen er velen misleiden.
Mattheüs 24:12 En doordat de wetteloos­heid zal toenemen, zal de liefde van velen verkillen.
Mattheüs 24:13 Maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden.
Mattheüs 24:14 En dit Evangelie van het Koninkrijk zal in heel de wereld ge­predikt worden tot een getuigenis voor alle volken; en dan zal het einde komen.
Mattheüs 24:15 Wan­neer u dan de gruwel van de verwoesting, waarvan gesproken is door de profeet Daniël, zult zien staan op de heilige plaats – laat hij die het leest, daarop letten! –
Mattheüs 24:16 laten dan zij die in Judea zijn, vluchten naar de bergen.
Mattheüs 24:17 Wie op het dak is, moet niet naar beneden gaan om iets uit zijn huis te halen,
Mattheüs 24:18 en wie op de akker is, moet niet terugkeren naar wat hij achterliet om zijn kleren te halen.
Mattheüs 24:19 Maar wee de zwangeren en de zogenden in die dag­en!
Mattheüs 24:20 En bid dat uw vlucht niet zal plaatsvinden in de winter en ook niet op een sabbat.
Mattheüs 24:21 Want dan zal er een grote verdrukking zijn, zoals er niet geweest is vanaf het begin van de wereld, tot nu toe, en zoals er ook nooit meer zijn zal.
Mattheüs 24:22 En als die dagen niet ingekort werden, zou er geen vlees behouden worden; maar ter wille van de uitverkorenen zullen die dagen ingekort worden.
Mattheüs 24:23 Als iemand dan tegen u zegt: Zie, hier is de Christus of daar, geloof het niet;
Mattheüs 24:24 want er zullen valse christussen en valse profeten opstaan en zij zullen grote tekenen en wonderen doen, zdat zij – als het mogelijk zou zijn – ook de uitverkorenen zouden misleiden.
Mattheüs 24:25 Zie, Ik heb het u van tevoren gezegd!
Mattheüs 24:26 Als men dan tegen u zal zeggen: Zie, Hij is in de woestijn; ga er niet opuit; zie, Hij is in de binnenkamers, geloof het niet,
Mattheüs 24:27 want zoals de bliksem vanuit het oosten komt en zichtbaar is tot in het westen, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn.
Mattheüs 24:28 Want waar het dode lichaam is, daar zullen de gieren zich verzamelen.
Mattheüs 24:29 En meteen na de verdrukking van die dagen zal de zon verduisterd worden en de maan zal zijn schijnsel niet geven en de sterren zullen van de hemel vallen en de krachten van de hemelen zullen heftig bewogen worden.
Mattheüs 24:30 En dan zal aan de hemel het teken van de Zoon des mensen verschijnen; en dan zullen al de stammen van de aarde rouw bedrijven en zij zullen de Zoon des mensen zien, als Hij op de wolken van de hemel komt met grote kracht en heerlijkheid.
Mattheüs 24:31 En Hij zal Zijn engelen uitzenden on­der luid bazuingeschal, en zij zullen Zijn uitverkorenen bijeenbrengen uit de vier windstrek­en, van het ene uiterste van de hemelen tot het andere uiterste ervan.
Mattheüs 24:32 Leer van de vij­genboom deze gelijkenis: wanneer zijn tak al zacht wordt en de bladeren uitspruiten, dan weet u dat de zomer nabij is.
Mattheüs 24:33 Zo ook u, wanneer u al deze dingen zult zien, weet dan dat het nabij is, voor de deur.
Mattheüs 24:34 Voorwaar, Ik zeg u: Dit geslacht zal zeker niet voorbijgaan, totdat al deze dingen gebeurd zijn.
Mattheüs 24:35 De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen zeker niet voorbijgaan.
Mattheüs 24:36 Maar die dag en dat uur is aan niemand be­kend, ook aan de engelen in de hemel niet, maar alleen aan Mijn Vader.
Mattheüs 24:37 Zoals de dagen van Noach waren, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn.
Mattheüs 24:38 Want zoals ze be­zig waren in de dagen voor de zondvloed met eten, drinken, trouwen en ten huwelijk geven, tot aan de dag waarop Noach de ark binnenging,
Mattheüs 24:39 en het niet merkten, totdat de zondv­loed kwam en hen allen wegnam, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn.
Mattheüs 24:40 Dan zullen er twee op de akker zijn; de één zal aangenomen en de ander zal achtergelaten worden.
Mattheüs 24:41 Er zullen twee vrouwen malen met de molen; de één zal aangenomen en de an­der zal achtergelaten worden.
Mattheüs 24:42 Wees dan waakzaam, want u weet niet op welk moment uw Heere komen zal.
Mattheüs 24:43 Maar weet dit, dat als de heer des huizes geweten had in welke nachtwake de dief komen zou, hij waakzaam geweest zou zijn, en niet in zijn huis zou hebben laten inbreken.
Mattheüs 24:44 Weest ook u daarom bereid, want op een uur waarop u het niet zou denken, zal de Zoon des mensen komen.
Mattheüs 24:45 Wie is dan de trouwe en verstandige slaaf, die zijn heer over zijn personeel aangesteld heeft om hun het voedsel op de juiste tijd te geven?
Mattheüs 24:46 Zalig die slaaf die door zijn heer bij zijn komst zo handelend aangetroffen zal worden.
Mattheüs 24:47 Voorwaar, Ik zeg u dat hij hem over al zijn bezittingen zal aanstellen.
Mattheüs 24:48 Maar als die slechte slaaf in zijn hart zou zeggen: Mijn heer blijft nog lang weg,
Mattheüs 24:49 en zou beginnen zijn medeslaven te slaan en te eten en te drinken met de dronkaards,
Mattheüs 24:50 dan zal de heer van deze slaaf komen op een dag waarop hij hem niet verwacht en op een uur dat hij niet weet;
Mattheüs 24:51 en hij zal hem in stukken houwen en hem doen delen in het lot van de huiche­laars; daar zal gejammer zijn en tandengeknars.

Zacharia 14

Zacharia 14:1 Zie, er komt een dag voor de HEERE waarop de buit, op u behaald, in uw midden zal worden verdeeld.
Zacharia 14:2 Dan zal Ik alle heidenvolken verzamelen voor de strijd tegen Jeruza­lem. De stad zal ingenomen worden, de huizen zullen geplunderd, en de vrouwen zullen verk­racht worden. De helft van de stad zal in ballingschap wegtrekken, maar het overige van het volk zal niet uitgeroeid worden uit de stad.
Zacharia 14:3 Dan zal de HEERE uittrekken en tegen die heidenvolken strijden, zoals de dag dat Hij streed, op de dag van de strijd.
Zacharia 14:4 Op die dag zullen Zijn voeten staan op de Olijfberg, die voor Jeruzalem ligt, ten oosten ervan. Dan zal de Olijfberg in tweeën gespleten worden naar het oosten en naar het westen. Er zal een zeer groot dal ontstaan, als de ene helft van de berg naar het noorden zal wijken en de andere helft ervan naar het zuiden.
Zacharia 14:5 Dan zult u vluchten door het dal van Mijn bergen, want het dal tussen de bergen zal reiken tot Azal. Ja, u zult vluchten, zoals u gevlucht bent voor de aard­beving in de dagen van Uzzia, de koning van Juda. Dan zal de HEERE, mijn God, komen: al de heiligen met U!
Zacharia 14:6 Op die dag zal het geschieden dat het kostbare licht er niet zal zijn, evenmin de dikke duisternis.
Zacharia 14:7 Maar er zal één dag zijn, die de HEERE bekend zal zijn, geen dag en geen nacht. Het zal geschieden ten tijde van de avond dat het licht blijft.
Zacharia 14:8 Op die dag zal het geschieden dat er levend water vanuit Jeruzalem zal stromen, de ene helft er­van naar de zee in het oosten en de andere helft ervan naar de zee in het westen: ’s zomers en ’s winters zal het plaatsvinden.
Zacharia 14:9 De HEERE zal Koning worden over heel de aarde. Op die dag zal de HEERE de Enige zijn en Zijn Naam de enige.
Zacharia 14:10 Heel het land zal als de Vlakte worden, van Geba tot Rimmon, ten zuiden van Jeruzalem. Maar Jeruzalem zal verheven wor­den en op zijn plaats bewoond blijven, van de poort van Benjamin af tot de plaats van de vroe­gere poort toe, tot aan de Hoekpoort, en van de Hananeëltoren af tot aan de perskuipen van de koning.
Zacharia 14:11 Zij zullen erin wonen, een banvloek zal er niet meer zijn: Jeruzalem zal onbe­zorgd wonen.
Zacharia 14:12 En dit zal de plaag zijn waarmee de HEERE al de volken zal treffen die te­gen Jeruzalem hebben gestreden: Hij zal ieders vlees, terwijl hij nog op zijn voeten staat, doen wegteren; de ogen van allen zullen wegteren in hun kassen en de tong van allen zal weg­teren in hun mond.
Zacharia 14:13 Op die dag zal het geschieden dat er een grote, door de HEERE be­werkte, verwarring onder hen zal ontstaan, zodat zij elkaars hand zullen vastgrijpen en tegen elkaar de hand zullen opheffen.
Zacharia 14:14 Ook zal Juda in Jeruzalem strijden, zodat het vermogen van alle heidenvolken rondom verzameld wordt: goud, zilver en kleding in zeer grote hoeveel­heden.
Zacharia 14:15 En zo zal de plaag die de paarden, de muildieren, de kamelen, de ezels en al de dieren die zich in die legerkampen bevinden, zal treffen, dezelfde zijn als die plaag.
Zacharia 14:16 Het zal geschieden dat al de overgeblevenen van alle heidenvolken die tegen Jeruzalem zijn opger­ukt, van jaar tot jaar zullen opgaan om zich neer te buigen voor de Koning, de HEERE van de legermachten, en om het Loofhuttenfeest te vieren.
Zacharia 14:17 Het zal geschieden dat er geen re­gen zal vallen op hem die uit de geslachten van de aarde niet zal opgaan naar Jeruzalem om zich voor de Koning, de HEERE van de legermachten, neer te buigen.
Zacharia 14:18 Als het geslacht van de Egyptenaren, waarop geen regen is gevallen, niet zal opgaan en komen, dan zal de plaag komen waarmee de HEERE de heidenvolken zal treffen die niet zullen optrekken om het Loofhuttenfeest te vieren.
Zacharia 14:19 Dit zal de straf zijn voor de zonde van Egypte en de straf voor de zonde van alle heidenvolken die niet zullen opgaan om het Loofhuttenfeest te vieren.
Zacharia 14:20 Op die dag zal op de bellen van de paarden staan: HEILIG VOOR DE HEERE. En de potten in het huis van de HEERE zullen zijn als de sprengbekkens voor het altaar.
Zacharia 14:21 Ja, al de potten in Jeruzalem en in Juda zullen voor de HEERE van de legermachten heilig zijn, zo­dat allen die willen offeren, zullen komen en ervan nemen om erin te koken. Op die dag zal er geen Kanaäniet meer zijn in het huis van de HEERE van de legermachten.